Deel 1: Wie ben jij?

Astra op avontuur

DEEL 1: Wie ben jij?

Algemeen

In de lesinstructies, die bij de Astra animatiefilm horen, geven we enkele didactische suggesties die gebruikt kunnen worden om met de Astra animatiefilm aan de slag te gaan tijdens de verschillende onderdelen. 


Dit is de lesinstructie voor bij onderdeel 1. 


Positie filmpje: van 0m00s tot 2m10s

Duur onderdeel: 20 minuten 

Doel: Elkaars verschillen en overeenkomsten ontdekken en leren wat de kracht van diversiteit is. Leren dat gender los staat van genderexpressie.


Materiaal:

  • animatiefilm Astra
  • werkboekje Astra en ik
  • kleurpotloden/viltstiften


Stappenplan

Stap 1: Speel het filmpje

Speel het filmpje af van 0m 00s tot 2m 10s.

(Zie filmpje onderaan deze pagina of download het filmpje hier).



Stap 2: Introductie onderdeel

Vertelsuggestie:

‘Jullie hebben allemaal gekeken naar die leuke film over Astra, dat lieve astronautje. Astra is bijna jarig en mag cadeautjes kiezen, wat er gegeten wordt en wie er op Astra’s verjaardag komt. Dat is soms moeilijk om te kiezen!


Astra wil weten wat jullie zouden kiezen. En Astra wil weten of andere kinderen hetzelfde of misschien anders denken dan Astra zelf. Voor Astra is namelijk iedereen een beetje hetzelfde maar ook een beetje anders. Astra vindt dat iedereen kan kiezen hoe ze eruitzien, waarmee ze willen spelen of op wie ze verliefd worden. Zullen we Astra vertellen wat wij zouden kiezen? 

Jullie krijgen allemaal een Astra-schriftje met bladzijden waar je iets kunt inkleuren of tekenen of schrijven of plakken. Dus pak je pen en kleurpotloden (of viltstiften), dan ga ik ondertussen de schriftjes uitdelen. Nog niet openmaken want we gaan allemaal tegelijk werken, oké? Pas als ik het zeg, gaan jullie beginnen.'



Stap 3: Introductie werkboekje

Vertelsuggestie: 

‘Als iedereen een Astra-schriftje heeft, zie je allereerst Astra op de voorkant. Maar ook dat er staat: ‘Mijn naam is:...’. Zien jullie dat?’

‘Weten jullie nog dat Astra in het begin van het filmpje een nieuw avontuur te horen kreeg? In dat avontuur gaat Astra meer leren over zichzelf. Dat avontuur gaan wij ook samen maken. Jullie gaan meer leren over jezelf: wie je bent, wat je leuk vindt en wat bij je past. Jullie mogen nu allemaal jullie naam op de voorkant van het schriftje schrijven.’

Opdracht: Naam invullen op het boekje.



Stap 4: Aan de slag met het werkboekje

Pagina 1:

Vertelsuggestie:

‘Sla je het Astra-schriftje open, dan zie je een tekening van Astra die jullie later aan het eind van dit onderdeel zelf mogen inkleuren. Maar we gaan nu eerst naar de eerste opdracht op de volgende bladzijde. Kijk maar.’


Pagina 2: Wie ben jij?
Opdracht: poppetje inkleuren zoals jezelf. 

Vertelsuggestie:

‘Is iedereen klaar met je naam opschrijven? Dan maak je het schriftje open op de eerste bladzijde. Daar zie je een poppetje staan en dat poppetje ben jij. Alleen lijkt het poppetje nog niet zo op jou. Zullen we het poppetje gaan versieren met onze kleurpotloden zodat die meer op jou lijkt? Begin maar.’


Pagina 3 Hoe wil je eruit zien?

Opdracht: dingen kiezen om jezelf te versieren. 

Vertelsuggestie:

‘Nu zie je op de volgende bladzijde weer zo’n poppetje staan. Ook dat ben jij. Nu mag je het poppetje helemaal versieren met alles wat jij mooi vindt voor jezelf. De mooiste kleren, armbanden, oorbellen, pet, hoed, snor, baard, lange haren, korte haren. Wat jij mooi vindt voor jezelf. Niemand hoeft het te zien, dus je kan kiezen wat je wilt. Kijk even of je in de tijdschriften leuke voorbeelden ziet die je wilt gebruiken.’ 



Stap 5: Nabespreken

Als alle kinderen klaar zijn vraag dan wie er iets over de eigen tekening wil zeggen. Dit is geheel vrijwillig want niet elk kind durft dat misschien.


Vertelsuggestie 1: 

‘Wie wil er iets over zeggen over de eigen tekening? Hoe heb jij jezelf mooi versierd? Zou je er zo ook in het echt uit willen zien? Ja? Waarom? Of waarom niet?’ 

Als er gelachen wordt of als het wordt afgewezen, doorvragen met vragen waarom er gelachen wordt. Leg ook uit dat dit kwetsend kan zijn. 


Vertelsuggestie 2:

‘Als een meisje er als een cowboy uit wil zien is dat oké? Of als een jongen een balletpakje aan wil doen, wat vinden jullie daarvan? We zien al aan de tekeningen dat iedereen er anders uit kan zien en soms ook een beetje hetzelfde. Dat is prima. We hoeven er niet helemaal hetzelfde uit te zien. Het is juist leuk als iedereen een beetje anders is. In het filmpje werd verteld aan Astra dat bij de geboorte iedereen er anders uitziet. En dat er allemaal lichamen zijn in alle soorten en maten. Dat is hier in de klas ook zo. Ook in je eigen groepje, toch? Kijk maar naar de kleur haar en de kleur ogen die iedereen heeft. Kunnen jullie nog meer verschillen noemen die we zien? 

Zie je hoe verschillend we allemaal zijn? En toch zijn we allemaal kinderen en mensen. Dat is juist leuk.‘


Bij dit soort vragen is het de bedoeling dat kinderen gestimuleerd worden om zonder waardeoordeel te denken over uiterlijk, wat ze zelf leuk vinden en wat de omgeving van hen verwacht. Vraag de kinderen in elk groepje verschillen maar ook overeenkomsten in elkaars uiterlijk noemen (bijvoorbeeld: wie draagt allemaal een bril of een rok of een jeansbroek).

Als er tijd over is mogen nu alle kinderen de kleurplaat op de eerste bladzijde verder afmaken.