Deel 3: Hoe voel je je?

Astra op anvontuur

DEEL 3: Hoe voel je je?

Algemeen

In de lesinstructies, die horen bij de Astra animatiefilm, geven we enkele didactische suggesties die gebruikt kunnen worden om met de Astra animatiefilm aan de slag te gaan tijdens de les.


Positie filmpje: van 3m57s tot 6m03s.

Duur onderdeel: 20 minuten.

Doel: kinderen leren emoties te geven aan hoe zij zich vanbinnen voelen.



Materiaal:

  • animatiefilm Astra
  • werkboekje Astra en ik
  • kleurpotloden/stiften



Stappenplan

Stap 1: Speel het filmpje

Speel het filmpje af van 3m 57s tot 6m03s.

Zie filmpje onderaan deze pagina of download het filmpje hier.



Stap 2: Introductie onderdeel

Vertelsuggestie:

‘In het groene stuk uit de film van Astra ging het erom hoe iedereen zich vanbinnen voelt. En dat je dat soms echt niet aan de buitenkant kunt zien. Dat weet je alleen zelf. Weet je nog?’


Soms zie je er van buiten anders uit dan je je vanbinnen voelt. Wie weet er nog een voorbeeld uit het filmpje? Bijvoorbeeld dat kindje dat zich de ene dag een jongen voelt en de andere dag een meisje? Dat kan. Of dat je er aan de buitenkant heel stoer uitziet maar vanbinnen een beetje verlegen bent. Ook helemaal ok. Astra zei ook dat je daar alleen achter kunt komen hoe iemand zich voelt door dat te vragen. Zullen we Astra eens laten weten hoe wij ons voelen?’



Stap 3: Introductie werkboekje

Pagina 7 (Kleurplaat)

Vertelsuggestie:

‘Sla je het schriftje open op bladzijde 7 dan zie je een tekening van Astra die jullie later aan het eind van dit onderdeel zelf mogen inkleuren. Maar we gaan nu eerst naar de opdracht op de volgende bladzijde. Kijk maar.’


Bladzijde 8: Hoe voel jij je vanbinnen? 

Opdracht: Kleur kiezen dat past bij hoe de kinderen zich voelen.


Vertelsuggestie:

‘Ga maar naar bladzijde 8 en geef de binnenkant van het poppetje een speciale kleur die past bij je gevoel dat je nu hebt. Zoek maar een kleur uit.’

‘Wil iemand het al vertellen?’


Duiding: Voor kinderen van deze leeftijd is het nog moeilijk om hun eigen gevoel uit te drukken met woorden. Daarom vragen we ze eerst een kleur te geven aan hun gevoel. Dat kunnen ze vaak wel.

Vraag hoe het kind zich voelt en welke kleur het heeft gekozen voor dat gevoel. Misschien hebben andere kinderen voor datzelfde gevoel een andere kleur gekozen. Dat is prima. Een gevoel en de expressie van dat gevoel is een heel individueel en persoonlijke keuze. Leg de kinderen uit dat een gevoel ook kan veranderen. Dat hoe je je vandaag kunt voelen morgen weer anders kan zijn. En dat dat ook niet aan de buitenkant te zien is. Net zoals een kind er aan de buitenkant uit kan zien als een jongen maar zich van binnen soms meer een meisje voelt. Geef woorden bij de kleuren of bij een vage uitleg van een kind. Daarmee leren kinderen hun emoties onder woorden te brengen. Laat op het digibord het scherm zien met woorden van verschillende emoties. Soms wordt een emotie verward met een karaktereigenschap, zoals ‘stoer’ of ‘verlegen’. Dat is niet erg. Het gaat er hierom dat kinderen leren woorden te vinden bij hoe ze zich vanbinnen voelen.

 

Pagina 9: Wat wil je later worden? 

‘Op deze bladzijde mag je schrijven of tekenen over een beroep wat jij later zou willen worden. Iedereen kan kiezen wat ie wil worden later. Het maakt niet uit wie je bent, alles mag jij kiezen voor later. Misschien wil jij straks wel vertellen waarom je zo graag dat beroep wilt worden later?’



Stap 4: Nabespreken

Vertelsuggestie:

'Hoe je eruitziet of hoe je geboren bent, zegt niets over hoe je je vanbinnen kunt voelen of wat je later wilt worden. Dat is wat we hebben geleerd vandaag. En weten jullie nog hoe je daar achter kunt komen als je het van iemand wilt weten? Precies, door het te vragen.'