Woordenlijst

Woordenlijst

A

AGENDER: Letterlijk: zonder gender.

 

AGENDER PERSOON: persoon die geen (of zeer weinig) verbinding heeft met het traditionele systeem van gender, geen persoonlijke aansluiting heeft met de begrippen man of vrouw, en/of iemand die zichzelf ziet als zonder gender. Ook wel genderneutraal, geslachtsneutraal, sekseneutraal of genderloos.

 

ALLY: een (doorgaans hetero en/of cisgender) persoon die leden van de LGBT+-gemeenschap ondersteunt en respecteert. Allies zijn actieve bondgenoten die actie ondernemen ter ondersteuning en respect.

 

AMORGENDER: vorm van genderfluïditeit waarbij je gender verandert als je in de omgeving bent van iemand waarmee je een diepe band hebt ontwikkeld. Dit kan een romantische aantrekkingskracht zijn, een platonische relatie, een spirituele affiniteit of iets dergelijks. Mensen die amorgender zijn, kunnen zich ook identificeren als transgender of niet-binair.

 

ANDROGYN: de genderexpressie die buiten de gebruikelijke definities van ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’ valt. Omdat androgynes een niet-binaire genderidentiteit hebben, kunnen zij zich ook identificeren als genderqueer en/of transgender. Androgynes kunnen van elke seksuele of romantische geaardheid zijn.

 

ANDROSEKSUEEL: androseksualiteit of androfilie wordt gedefinieerd als aantrekkingskracht tot mannen en/of mannelijkheid. Deze seksualiteit is niet beperkt tot één specifieke seksuele oriëntatie. Een heteroseksuele vrouw en een homoseksuele man zijn bijvoorbeeld allebei androseksueel, want ze zijn beiden seksueel geïnteresseerd in mannen.

 

AROMANTISCH: geen of weinig romantische aantrekking voelen naar een andere persoon.

 

ASEKSUEEL: geen of weinig seksuele aantrekking voelen naar een andere persoon.

 

AUTOSEKSUEEL: autoseksualiteit, soms egoseksualiteit genoemd, is een seksuele voorkeur hebben voor je eigen lichaam boven dat van een sekspartner. Bij een sterke voorkeur zal een autoseksueel geen behoefte hebben aan seks met iemand anders, maar wel behoefte hebben aan zelfbevrediging.

 

 

B

BIFOBIE: letterlijk: angst voor biseksualiteit. Uitsluiting, belediging en discriminatie van personen die  biseksueel zijn.

 

BIGENDER: genderidentiteit die letterlijk vertaald kan worden als  ‘twee geslachten’ of ‘dubbel geslacht’. Bigender mensen ervaren twee geslachtsidentiteiten, gelijktijdig of variërend tussen de twee. Deze twee geslachtsidentiteiten kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk zijn, maar kunnen ook niet-binaire identiteiten omvatten. Bigenders kunnen zich ook identificeren als multigender, niet-binair en/of transgender. Bigenders kunnen elke seksualiteit hebben en mogen niet verward worden met biseksuele mensen.

 

BINAIR: Wijst op de veronderstelling dat de samenleving is opgebouwd uit tegengestelde paren. Bijvoorbeeld: goed – slecht; man – vrouw; hetero – homo, etc. Deze veronderstelling is vaak niet enkel simplistisch, maar ook onvolledig of zelfs incorrect. Binair denken op vlak van gender, seksualiteit en geslachtskenmerken laat veel personen onerkend. Bijvoorbeeld: mensen die non-binair, bi, panseksueel, intersekse, etc. zijn. Een alternatieve manier van ordenen is een spectrum, waarbij er tussen de twee uitersten (en erbuiten) ook ruimte is om jezelf te plaatsen. Dat is een meer genuanceerde manier om de samenleving in te delen. Bovendien laat deze ook ruimte voor mensen die niet binnen de misleidende tweedelingen van een binair denkkader passen.

 

BISEKSUEEL: kort: bi. Een bi is iemand die zich (potentieel) romantisch en/of seksueel aangetrokken voelt tot meer dan één geslacht of gender.

 

BOI: (uitgesproken als ‘boy’; meervoudig ‘bois’): is een jonge, androgyne, queer-identiteit die in de jaren negentig van de vorige eeuw in de Afrikaans-Amerikaanse cultuur is ontstaan. Het heeft een verscheidenheid aan betekenissen, die van gemeenschap tot gemeenschap sterk verschillen.

In de lesbische gemeenschap zijn bois mannelijke vrouwen, maar het woord betekent het tegenovergestelde in de homoseksuele mannengemeenschap. Sommige mensen die zich als bois identificeren, gebruiken het als een niet-binaire genderidentiteit, maar andere bois zijn cisgender.

 

BUTCH: term die is ontstaan onder lesbische en bi-vrouwen, waar het ‘mannelijke vrouw’ betekent. Vaak vallen deze butches op vrouwelijke vrouwen.

 


C

ÇAVARIA: Vlaamse belangenvereniging van LGBTQI-mensen en koepel van LGBTQI-organisaties.

 

CISGENDER: (afkorting CIS): als sekse (geslacht) overeenkomt met genderidentiteit. Tegenovergestelde van transgender.

 

CISGENDER PERSOON: iemand bij wie de sekse (geslacht) overeenkomt met de genderidentiteit.

 

COMING OUT: Engelse term voor het moment (de momenten) dat een persoon zijn seksuele oriëntatie en/of genderidentiteit kenbaar maakt. Ook: ‘uit de kast komen’.

 

COMING IN: het (groot) moment waarop je je eerste contact hebt met andere personen die niet hetero zijn. Dit is vaak een heerlijk moment: je merkt dat je niet de enige bent!

 


D

DERDE SEKSE: of derde geslacht: term die in de sociologie wordt gebruikt om in een andere cultuur een maatschappelijk of wettelijk erkende genderrol te beschrijven buiten mannelijk en vrouwelijk.

De term op zich verwijst niet naar een specifiek gedefinieerd derde geslacht, maar meer in het algemeen naar elke erkende sekse buiten de twee geslachten.

Moderne niet-binaire identiteiten kunnen ook worden omschreven als een derde geslacht, met name wat betreft de wettelijke erkenning van deze geslachten. Veel niet-binaire mensen identificeren zich als derde sekse, zelfs als hun cultuur of land een derde sekse niet erkent.

 

DEMISEKSUEEL: het ‘grijze gebied’ (in het Engels: grey area): geen seksuele aantrekkingskracht ervaren totdat een sterke emotionele band met iemand is aangegaan.

 

DRAG KING: Drag Kings zijn vrouwen die mannelijke kleding aantrekken en make-up en andere middelen gebruiken om er mannelijk uit te zien voor speciale gelegenheden en om performances te doen op podia.

 

DRAG QUEEN: Drag Queens zijn (meestal homoseksuele) mannen die vrouwelijke kleding aantrekken, vrouwelijke vormen nabootsen en extravagante make-up dragen voor speciale gelegenheden en om performances te doen op podia.

 


G

GAY: Engelse term voor iemand die homoseksuele of lesbische gevoelens heeft, of homoseksueel of lesbisch gedrag vertoont.

 

GEAARDHEID: seksuele oriëntatie, seksuele voorkeur, seksuele gerichtheid. Term om aan te geven tot welke gender(s) of geslacht(en) je je romantisch en/of seksueel toe aangetrokken voelt.

 

GENDER: de verzameling eigenschappen, gedragingen en rollenpatronen die een maatschappij voor elk geslacht heeft bepaald.

 

GENDERDYSFORIE: is het diepe gevoel van onbehagen dat iemand ervaart als geboortegeslacht en genderidentiteit niet overeenkomen. Vaak gaat het samen met de wens om van een ander geslacht te zijn. Iemand wil zich dan niet alleen graag gedragen als een ander gender en zo aangesproken  worden (genderrol of genderexpressie) maar ook de geslachtskenmerken van het andere gender hebben. De sterkte van dit gevoel kan verschillen.

 

GENDEREXPRESSIE: hoe iemand zijn/haar/hen gender uit.

 

GENDERFLUÏDE PERSOON: letterlijk ‘vloeibare gender’; persoon die zich niet identificeert met een gender maar beweegt over het spectrum. De ene dag meer man, de volgende dag meer vrouw en de dag er na geen van beiden, allebei, of iets ertussenin. Genderfluïde mensen kunnen zich ook identificeren als multigender, niet-binair en/of transgender.

Mensen met genderfluïditeit die het gevoel hebben dat de intensiteit van hun gender in de loop der tijd verandert of dat zij soms agender zijn, kunnen zich ook identificeren als genderflux.

 

GENDERFLUX: genderidentiteit waarbij de genderintensiteit varieert in de tijd. Het is een vorm van genderfluïditeit tussen een of meer genderidentiteiten en agender zijn. Genderflux mensen kunnen zich ook identificeren als niet-binair, genderqueer en/of transgender.

 

GENDERIDENTITEIT: iemands persoonlijke beleving van zijn/haar/hen gender.

 

GENDERKOEK: figuurlijke weergave van de genderidentiteit, het biologische geslacht, de genderexpressie en de seksuele oriëntatie.

 

GENDERNEUTRAAL: bewust niet kiezen tussen ‘vrouwelijke’ en ‘mannelijke’ genderidentiteiten.

 

GENDERNEUTRALE VOORNAAMWOORDEN: als personen zich niet als man of vrouw identificeren, kunnen ze ervoor kiezen om in plaats van als hij/hem/zijn of zij/haar/haar, als hen (of die)/hen/hun geïdentificeerd te worden.

 

GENDERQUEER: de genderidentiteit die voor zichzelf ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ genderidentiteiten afwijst of ze in volle hevigheid combineert. Genderqueer is een overkoepelende term met een soortgelijke betekenis als niet-binair of non-binair. Het kan worden gebruikt om andere genderidentiteiten te beschrijven dan man en vrouw.

 

GESLACHTSKENMERKEN: de biologische kenmerken die een lichaam man, vrouw of intersekse maakt. Ook: sekse-kenmerken.

 

GRIJZE ASEKSUALITEIT: de wereld van aseksualiteit en seksualiteit is niet zwart-wit; sommige mensen identificeren zichzelf ergens in het grijze gebied tussen beide uitersten. Een voorbeeld van grijze aseksualiteit is demiseksualiteit.

 

GSA (Gender and Sexuality Alliance): een groep leerlingen die ervoor zorgt dat op hun school iedereen zichzelf kan zijn, ongeacht gender of seksuele oriëntatie.

 

GYNOSEKSUEEL: wordt gedefinieerd als aantrekkingskracht tot vrouwen en/of vrouwelijkheid. Deze seksualiteit is niet beperkt tot één specifieke seksuele oriëntatie. Een heteroseksuele man en een lesbische vrouw zijn bijvoorbeeld allebei gynoseksueel, want ze zijn beiden seksueel geïnteresseerd in vrouwen.

 

 

H

HETERO PLUS: iemand die zich uitsluitend romantisch en/of seksueel aangetrokken voelt tot het tegengestelde geslacht of gender, maar een enkele keer verliefd wordt op, of seks heeft met iemand met hetzelfde geslacht of gender.

 

HETEROFLEXIBEL: heteroflexibel betekent dat je heteroseksueel en/of heteroromantisch bent, maar je voelt ofwel af en toe aantrekkingskracht voor mensen van je eigen sekse/gender, ofwel sta je open voor een relatie met iemand van je eigen sekse/gender.

Het is anders dan biseksueel omdat je je dan het grootste gedeelte van de tijd aangetrokken voelt tot beide geslachten.

 

HETEROSEKSUEEL: kort: hetero. Iemand die zich romantisch en/of seksueel uitsluitend aangetrokken voelt tot het tegengestelde geslacht of gender.

 

HOMO PLUS: iemand die zich uitsluitend romantisch en/of seksueel aangetrokken voelt tot het hetzelfde geslacht of gender, maar een enkele keer verliefd wordt op, of seks heeft met iemand van het tegengestelde geslacht of gender.

 

HOMOFOBIE: letterlijk: angst voor homoseksualiteit. Uitsluiting, belediging en discriminatie van homo’s en lesbiennes.

 

HOMOSEKSUEEL: kort: homo. Iemand die zich romantisch en/of seksueel uitsluitend aangetrokken voelt tot hetzelfde geslacht of gender.

 


I

IDAHOT: Op 17 mei 1990 schrapte de WHO, de wereldgezondheidsorganisatie, homoseksualiteit uit de lijst van geestesziekten. Sindsdien heeft de LGBT+-gemeenschap deze dag uitgeroepen tot de Internationale Dag Tegen Holebifobie en Transfobie.

 

IN DUBIO: iemand die (nog) niet weet op welke gender(s) of geslacht(en) hij/zij/hen valt.

 

INTERGENDER: intergender mensen hebben een genderidentiteit die het midden houdt tussen de binaire genders man en vrouw. Het woord ‘intergender’ is door verschillende mensen op verschillende momenten onafhankelijk van elkaar bedacht. Sommige mensen beweren dat het alleen is voor intersekse mensen, anderen denken dat het openstaat voor mensen van alle sekses.

De term is vergelijkbaar met non-binair of genderqueer.

  

INTERSEKSE PERSOON: Intersekse personen zijn geboren met mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken. Iemand heeft bijvoorbeeld een niet volgroeide penis en een vagina-ingang of baarmoeder. Of iemand is geboren met een vulva en een grote clitoris die op een penis lijkt. Andere intersekse personen hebben wel de volgroeide geslachtskenmerken van één sekse maar een mix van vrouwelijke en mannelijke hormonen, chromosomen of genen.

Het hebben van een intersekse lichaam veroorzaakt geen pijn. Het is niet ongezond of iets dat moet genezen.

  


L

LESBIENNE: een vrouw die zich romantisch en/of seksueel uitsluitend aangetrokken voelt tot andere vrouwen.

 

LHBT (in het Engels ‘LGBT’): afkorting die staat voor Lesbisch, Homoseksueel, Biseksueel en Transgender.

 

LGBT+ (in het Nederlands ‘LHBT+’): afkorting die staat voor: Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender en alle andere gender- en seksuele identiteiten.

 

M

MAN (GENDER): iemand met de psychologische, sociale en culturele kenmerken die binnen de gebruikelijke definitie van ‘mannelijk’ vallen.

 

MAN (SEKSE): iemand met geslachtskenmerken die binnen de gebruikelijke definitie van ‘mannelijk’ vallen.

 

MULTIGENDER: term voor iedereen die meer dan één genderidentiteit ervaart. Het kan worden gebruikt als een op zichzelf staande genderidentiteit, of als overkoepelende term voor andere identiteiten die bij deze beschrijving passen.

Multigender mensen kunnen twee of meer geslachtsidentiteiten tegelijk ervaren, of hun genderidentiteit kan in de loop der tijd veranderen (genderfluïde). De geslachtsidentiteiten die zij ervaren kunnen mannelijk, vrouwelijk, niet-binair of genderloos zijn.

 


N

NEUTROIS: niet-binaire genderidentiteit die vaak wordt geassocieerd met een ‘neutraal’/’nul’-geslacht. Het kan ook in verband worden gebracht met genderloosheid en heeft veel overeenkomsten met agenders; mensen die zichzelf neutraal of genderloos voelen.

Vaak geven neutrois mensen de voorkeur aan neutrois boven genderneutraal of androgyn, hoewel dit per persoon kan verschillen. Sommige neutrois mensen willen medische transitie om alle geslachtskenmerken verwijderen,  anderen willen alleen specifieke kenmerken verwijderen of helemaal geen chirurgie. Net als bij andere niet-binaire identiteiten worden neutrois mensen niet wettelijk erkend. Neutrois mensen kunnen elke seksuele oriëntatie hebben.

 

NIET-BINAIR (in het Engels: NON-BINARY): de genderidentiteit die niet wil of kan kiezen tussen ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ genderidentiteiten.

 


O

OMNIGENDER: zie verklaring PANGENDER

 

 

P

PANSEKSUEEL: iemand die zich (potentieel) romantisch en/of seksueel aangetrokken voelt tot mensen, ongeacht het geslacht of gender van de ander. Panseksualiteit verschilt van biseksualiteit omdat panseksuelen zich aangetrokken voelen tot meer genderidentiteiten dan slechts twee.

 

PANGENDER: (ook omnigender genoemd): niet-binaire genderidentiteit die verwijst naar een enorme en diverse veelheid van geslachten in dezelfde persoon die zich oneindig kan uitstrekken, altijd binnen de eigen cultuur en levenservaring van de persoon. Deze genderervaring kan gelijktijdig of in de loop van de tijd plaatsvinden.

 

POLYAMORIE: overkoepelende term voor alle vormen van romantische relaties die afwijken van traditionele monogamie. Het woord polyamorie is gebaseerd op het Grieks (poly = veel) en Latijn (amor = liefde).

 

POLYAMOREUS PERSOON: iemand die met kennis en instemming van al zijn partners meer dan één romantische relatie tegelijk heeft of openstaat voor meer dan één romantische relatie tegelijk.

 

POLYAMOREUZE RELATIE: relatie waarbij de mensen in de relatie het erover eens zijn dat iedereen open mag staan voor andere relaties of andere romantische partners mag hebben.

 

PRIDE: letterlijk: trots. Het hebben van een positieve houding door LGBT+-personen om zelfbevestiging, waardigheid en gelijke rechten te bevorderen. Pride festivals overal ter wereld zorgen voor zichtbaarheid van de LGBT+-gemeenschap en vieren gender en seksuele diversiteit.

 


Q

QUEER: iemand die zichzelf niet een vaststaande gender en/of seksuele identiteit toekent of die dit afwijst. In het Engels is queer een parapluterm voor alles wat niet heteroseksueel en/of cisgender is.

 

Vanaf het einde van de jaren tachtig claimden activisten het woord om een identiteit te beschrijven die zich onderscheidt van homoseksualiteit. Mensen die traditionele genderidentiteiten afwijzen en een breder alternatief zoeken voor het label LGBT, kunnen zichzelf als queer omschrijven.

 


R

REGENBOOGVLAG: internationaal symbool van de LGBT+ community.

 

ROZE DRIEHOEK: merkteken van de nazi’s voor homoseksuele mannen in de concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

 

S

SEKSE-KENMERKEN: de biologische kenmerken die een lichaam man, vrouw of intersekse maken. Ook: geslachtskenmerken

 

SEKSUELE ORIËNTATIE: geaardheid, seksuele voorkeur, seksuele gerichtheid. Term om aan te geven tot welke gender(s) of geslacht(en) je je romantisch en/of seksueel toe aangetrokken voelt.

 

SEKSUELE VOORKEUR: idem seksuele oriëntatie.

 

SENSOA: Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid (www.sensoa.be).

 

SOGIE: afkorting voor: Seksuele Oriëntatie, Gender Identiteit en/of Expressie.

 

SOGIESK: afkorting voor: Seksuele Oriëntatie, Gender Identiteit en/of Expressie en Sekse Kenmerken.

 


T

TRANS MAN: afkorting van transgender man. Een transgender man identificeert zich als een man, maar werd bij de geboorte voor meisje/vrouw aangezien en stond of staat als zodanig geregistreerd.

 

TRANS VROUW: afkorting van transgender vrouw. Een transgender vrouw identificeert zich als een vrouw, maar werd bij de geboorte voor jongen/man aangezien en stond of staat als zodanig geregistreerd.

 

TRANSFOBIE: letterlijk: angst voor transgender identiteiten. Uitsluiting, belediging en discriminatie van transgender personen.

 

TRANSGENDER: als sekse (geslacht) niet overeenkomt met genderidentiteit; tegenovergestelde van cisgender.

 

TRANSGENDER PERSOON: iemand bij wie de sekse (geslacht) niet overeenkomt met de genderidentiteit.

 

TRANSITIE: Trans en non-binaire personen die bewust veranderingen maken in hun leven om als hun werkelijke genderidentiteit te kunnen leven, noemen dit veranderingsproces een transitie. De reden voor deze veranderingen is de wens zich te kunnen uitdrukken zoals ze zijn, en zich goed en zichzelf te kunnen voelen, zowel mentaal als fysiek.

Je kan op heel veel verschillende manieren een transitie doormaken, en kiezen wat het beste bij je past. Niet elke trans of non-binaire persoon wil of kan 'in transitie gaan'.

 

TRANSSEKSUALTEIT: wanneer de genderidentiteit volkomen haaks staat op de sekse kan het zijn dat een persoon niet langer kan leven in een lichaam dat niet klopt. Via hormonen en de nodige operaties wordt het lichaam dan aangepast aan de genderidentiteit.

 

TRANSGENDERISME: term slaat op personen die mannelijke en vrouwelijke identiteitskenmerken combineren. Zij wensen vaak een (gedeeltelijke) aanpassing van lichaamskenmerken door middel van hormonen en-of chirurgie.

 

TRAVESTIET (of crossdresser): mensen die ervan houden om een genderexpressie aan te nemen die niet overeenkomt met hun genderidentiteit. Iedereen kan aan travestie doen: cisgender of transgender mensen, mannen en vrouwen, hetero’s, holebi’s, etc. Een mannelijke crossdresser voelt zich wel man, en ziet zichzelf meestal ook zo, maar geniet er soms van om 'vrouwelijke' dingen te dragen en doen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een jurk of pruik dragen, make-up opdoen, etc.

 

Sommige mensen doen travestie graag thuis in hun eentje. Andere treden er graag mee op. Dat wordt showtravestie of drag queen/king benoemd.

Travestie kan een manier zijn om je genderidentiteit te ontdekken, maar op zich staat travestie los van transgender of cisgender zijn.

 


V

VROUW (GENDER): iemand met de psychologische, sociale en culturele kenmerken die binnen de gebruikelijke definitie van ‘vrouwelijk’ vallen.

 

VROUW (SEKSE): iemand met geslachtskenmerken die binnen de gebruikelijke definitie van ‘vrouwelijk’ vallen.

 


Z

ZIZO: is het online LGBT+-magazine van çavaria met artikels over gender- en seksuele diversiteit.

 

 

 

 

Bronnen:

www.lumi.be

www.sense.info

www.weten.site

www.cavaria.be

COC Nederland

https://gender.wikia.org/wiki/Pangender