Wat zie ik?
Doel:
Materiaal
Voorbereiding:
Zet de PowerPoint met de animatievideo’s alvast klaar. Door middel van het drukken op de spatiebalk wordt het filmpje afgespeeld. Handig is om dit van tevoren even te oefenen. Het is de bedoeling dat je eerst het openingsbeeld laat zien en dit bespreekt met de kinderen: wat zien ze? Vervolgens kan het filmpje worden afgespeeld.
Lesidee:
In de powerpoint vind je 6 'video’s' terug waarmee je aan de slag gaat. Het idee is om per slide het openingsplaatje van de video te bespreken. De eerste drie afbeeldingen zijn beroepen, de laatste drie zijn speelgoed of vallen onder hobby’s:
1. Wat zie je?
Bij elke afbeelding stel je de kinderen 3 vragen:
2. Uitzoomen
De kinderen mogen antwoord geven en uiteindelijk ga je uitzoomen door op de spatiebalk te drukken. Stel opnieuw de volgende vragen:
In deze werkvorm ontdekken de leerlingen zelf door te kijken. Door te benoemen wat ze zien komen ze zelf tot nieuwe inzichten. Leren zonder dat de leerkracht extra informatie hoeft te geven. Natuurlijk moet je het gesprek wel in goede banen leiden. Belangrijk hierbij is om te weten dat het herhalen van bestaande genderstereotyperingen werkt averechts, het bevestigd de stereotypen. Het benadrukt voor het kind dan juist dat ze er zijn. Een tip is om te focussen op counterstereotyperingen, diversiteit te benadrukken of overeenkomsten tussen kinderen te benoemen ongeacht hun gender.
Duiding:
Kinderen hebben vaak sterke ideeën over wie met welk speelgoed mag spelen of wie wat later kan worden. Dat komt niet zomaar ergens vandaan. Onbewust kan je als
volwassene kinderen anders behandelen op basis van genderstereotypen. BBC maakte hier onderstaand toegankelijke sociaal-experiment filmpje over.
Deze methodiek kwam tot stand door COC Nederland.
Algemeen: Diversiteit bespreken:
Wat je wel kan zeggen...
1. POSITIEVE NORM
Zet een positieve norm
rondom gender- en seksuele
diversiteit: Tijdens Paarse
Vrijdag vieren we dat
iedereen zichzelf kan zijn.
We benadrukken vooral wat
er goed gaat en waarom
het zo fijn is dat je jezelf kan
zijn. Door deze positieve
benadering voelen kinderen
zich veiliger om zich te uiten
en te ontwikkelen tot wie ze
zijn.
3. SPREEK JE UIT
Spreek je uit: juist
leerkrachten die zelf
niet lhbti+ zijn spelen
een belangrijke rol in de
acceptatie van alle kinderen.
Door op Paarse Vrijdag
paars te dragen laten zij zien
dat acceptatie iets is wat
iederéén aangaat en dat als
kinderen om wat voor reden
dan ook gepest worden, de
leerkrachten er voor hen zijn.
Als school zet je dan een
positieve norm neer, waar
iedereen zichzelf kan zijn.
5. GOEDE
VOORBEELDEN
Gebruik goede voorbeelden:
let in de week van Paarse
Vrijdag goed op de
voorbeelden die je gebruikt.
En natuurlijk ook de rest van
het jaar! In plaats van “Max
en Kiki willen de keuken
betegelen…” kan je het ook
hebben over “Moni en Kiki
willen de keuken betegelen…”.
2. GRENZEN
Stel grenzen: ondanks dat
Paarse Vrijdag een feestje
is, is het belangrijk dat er
duidelijke grenzen zijn en
dat bijvoorbeeld pesten of
schelden met ‘homo’ echt
niet kan, ook niet als ‘grapje’.
Belangrijk is dat je hier
consequent in bent en het
hele jaar toepast. Kinderen
prikken daar anders dwars
doorheen.
4. INLEVING
Zet in op inleving: door in
de week van Paarse Vrijdag
mooie en aangrijpende
verhalen te lezen over
iemand die homo is, of
transgender, of door een
serie of toneelvoorstelling
over gender- en seksuele
diversiteit te bekijken, kunnen
leerlingen zich inleven in
de verhalen van anderen.
Hierdoor ontdekken ze vooral
overeenkomsten en wordt de
ander minder de ander.
6. RUIMTE
Geef de ruimte: het ontdekken
en onderzoeken van je
genderidentiteit of seksuele
oriëntatie is een proces en de
ontwikkeling hiervan verschilt
per leeftijd, geef dus aan
dat het heel normaal is als
leerlingen het nog niet weten,
of als ze hier vragen over
hebben.
...en wat je beter niet zegt:
1. ANDERS ZIJN
BENADRUKKEN
Leg tijdens Paarse Vrijdag
niet de nadruk op ‘anders
zijn’: zeg bijvoorbeeld niet hoe
bijzonder het is dat Miryam
twee papa’s heeft, maar
benadruk dat er gezinnen
zijn in alle kleuren van de
regenboog. Zo bevestig je
diversiteit als norm.
3. NEGATIEVE
STEREOTYPEN
ONTKRACHTEN
Probeer negatieve
stereotypen niet te
weerleggen: zeg bijvoorbeeld
niet dat het niet klopt dat
alle homo’s vrouwelijk zijn,
want meester Marco is toch
juist hartstikke stoer. Door
het stereotype te herhalen
wordt deze onbewust juist
bevestigd, en meester Marco
zal als uitzondering op de
regel worden gezien.
2. VERDELEN
Verdeel, bijvoorbeeld bij
spelletjes of tijdens sport,
de klas niet in ‘jongetjes’ en
‘meisjes’, maar zorg ervoor
dat je de groepen steeds zo
divers mogelijk maakt.
4. VRAGEN NAAR
ASSOCIATIES
Vraag niet naar associaties:
vraag de klas niet naar
waar ze aan denken
bij homoseksualiteit of
transgender zijn, want
hierdoor worden vaak juist
alle stereotypen genoemd
en daarmee dus ook
versterkt. Organiseer dus
ook geen open discussie
of debat over gender- en
seksuele diversiteit, maar
leg uit wat het betekent
en zet in op empathie en
inlevingsvermogen. Dat doe je
door bijvoorbeeld filmpjes te
laten zien van jongeren waarin
ze over zichzelf vertellen.
Ouderbetrokkenheid
Ouderbetrokkenheid
Ouders of verzorgers zijn vaak op zoek zijn naar manieren om met hun
kinderen te praten over seksuele- en genderdiversiteit. De school kan
hier bij helpen en een belangrijke rol spelen. Uit onderzoek uit 2020 van
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport blijkt dat ouders/
verzorgers dit gesprek vaak pas aangaan nadat er op school aandacht
aan is besteed. De meeste ouders/verzorgers reageren enthousiast
op Paarse Vrijdag. Soms is het aftasten wat ouders/verzorgers vinden
van Paarse Vrijdag maar door ouders/verzorgers mee te nemen en te
informeren kunnen eventuele zorgen worden weggenomen. Daarom
hebben we al een voorbeeldtekst geschreven:
Beste ouders/verzorgers,
Vrijdag 9 december is het Paarse Vrijdag!
Op deze dag vieren we dat iedereen zichzelf mag zijn en dat
niemand buitengesloten of gepest mag worden om wie die is.
Dit doen we door de school paars te versieren. Naast dat we
de school paars versieren, doen we ook een hele hoop andere
toffe activiteiten: we lezen voor uit het prentenboek “Storkie
viert een feestje,” we gaan aan de slag met gedichten van
kinderkoekenschrijver Pim Lammers en we kijken samen
De Grote Paarse Vrijdag Spelshow (met voormalig Kinderen
voor Kinderen presentator Ridder van Kooten).
De belangrijkste boodschap van deze dag is dat iedereen
zichzelf mag zijn en vooral aan te doen wat kinderen het liefst
aandoet en waar ze zich het prettigst bij voelen. Of dat nou
een paars shirt, Elsa jurk, Nike airmax of een tuinbroek is.
Wij zorgen op school voor voldoende paarse versiering.
We gaan er een vrolijk feest van maken, want jezelf zijn is een
feestje!